Vraag en antwoord

Medische beeldvorming omvat het geheel van technieken om het inwendige lichaam in beeld te brengen. Artsen gebruiken deze beelden om diagnoses te stellen of behandelingen te evalueren en op te volgen.

MR, NMR en KST staan respectievelijk voor Magnetische Resonantie, Nuclear Magnetic Resonance en Kernspin Tomografie. Ze betekenen hetzelfde als Magnetic Resonance Imaging (MRI). De 'nuclear' in Nuclear Magnetic Resonance (NMR) wijst erop dat het beeld gevormd wordt door atoomkernen in het lichaam. Dat heeft dus niets te maken met nucleaire geneeskunde, waar men gebruik maakt van radio- isotopen.

Ioniserende straling is straling die door levend weefsel kan dringen. Deze straling kan men niet met menselijke zintuigen waarnemen. Bij onverantwoord gebruik of overmatige blootstelling kan ioniserende straling levend weefsel beschadigen en dus de gezondheid schaden.

Bij nucleaire geneeskunde wordt een radioactief atoom (radio-isotoop) gebonden aan een molecule. Hierdoor ontstaat een radiofarmacon (ook radiotracer genoemd). Na inspuiting wordt het radiofarmacon opgenomen door een specifiek lichaamsdeel. Zo zijn er radiofarmaca die vooral door de botten opgenomen worden, anderen door de lever, ... Het radio-isotoop in het radiofarmacon zendt ioniserende straling uit. De ioniserende straling wordt gedetecteerd en omgevormd tot een beeld (bijvoorbeeld van het skelet). Het radiofarmacon zelf verlaat na korte tijd het lichaam, onder meer via de urine. De stralingsdosis die u als patiënt bij zo’n onderzoek ontvangt, is vergelijkbaar met die van een CT-onderzoek.

Stralingsdosis is de hoeveelheid ioniserende straling waaraan u blootgesteld wordt. Deze dosis is afhankelijk van de gebruikte beeldvormingstechniek en het aantal onderzoeken dat u als patiënt ondergaat.

De afkorting SPECT staat voor Single-Photon Emission Computed Tomography. De afkorting PET staat voor Positron Emission Tomography. SPECT en PET zijn beeldvormingstechnieken waar medische beelden gemaakt worden met een radioactief product. Dit product verlaat na een korte tijd het lichaam, onder meer via de urine.

Onderzoek met ioniserende straling is alleen verantwoord als het zo optimaal mogelijk wordt uitgevoerd. Dat wil zeggen met een zo laag mogelijke stralingsdosis en met de nodige beschermende maatregelen. Op die manier is onderzoek met ioniserende straling veilig en worden de mogelijke nadelen tot een minimum herleid.

Een radio-isotoop is een atoom met een onstabiele kern. Radio-isotopen zenden straling uit, waaronder ook ioniserende straling. Doordat een radio-isotoop straling uitzendt, zal het na verloop van tijd stabiel worden en geen straling meer uitzenden.

Dat de kans op nadelige effecten cumulatief is, betekent dat het risico op deze nadelige effecten groter wordt wanneer u vaker bestraald wordt.

Positronen worden gebruikt bij PET. Het radio-isotoop dat bij een PET-onderzoek ingespoten wordt zendt positronen uit. Bij botsing met een elektron (een deeltje van een atoom), wordt een positron omgezet en produceert twee ioniserende stralen die in tegengestelde richting (onder een hoek van 180°) het lichaam verlaten. De detectorring meet deze ioniserende stralen, waarna de computer berekent waar het signaal ontstond. Op die manier krijgt men een beeld van de verdeling van het radio-isotoop in het lichaam.

Neen. Ioniserende straling kan u niet voelen

  • De voorschrijvende arts is de arts die voor zijn patiënt een bepaald onderzoek aanvraagt om een diagnose te kunnen stellen, een aandoening op te volgen of een behandeling te evalueren.
  • Radiologen zijn artsen die gespecialiseerd zijn in het beoordelen van medische beelden die op de dienst Radiologie gemaakt worden (radiografie, radioscopie, CT, echografie, MRI). Ze kunnen ook zelf bepaalde onderzoeken uitvoeren en geven zelfs behandelingen.
  • Nuclearisten zijn artsen gespecialiseerd in het beoordelen van medische beelden die op de dienst Nucleaire Geneeskunde gemaakt worden (planaire scintigrafie, SPECT en PET). Ze voeren onderzoeken uit met radio-isotopen of behandelen er patiënten mee.
  • Een medisch beeldvormer is iemand die onder toezicht van een radioloog of nuclearist medische beelden maakt (bijvoorbeeld een verpleegkundige of technoloog medische beeldvorming). Hij zorgt ervoor dat de beelden gebruikt kunnen worden door de radioloog of nuclearist voor het stellen van een diagnose.

De zes types onderzoeken die gebruik maken van ioniserende straling zijn: radiografie, radioscopie, computertomografie, planaire scintigrafie, SPECT en PET.

Evidence Based Medicine betekent letterlijk 'geneeskunde op basis van bewijs'. Bij Evidence Based Medicine wordt gebruik gemaakt van het beste beschikbare bewijs bij het maken van keuzes binnen de geneeskunde. Hierbij wordt rekening gehouden met de huidige, beschikbare kennis binnen de medische wetenschap.

Neen. Het onderzoek levert informatie op die de arts kan gebruiken om mogelijke oorzaken voor de klacht uit te sluiten. Dit helpt de arts bij het stellen van een diagnose. Dit geldt ook bij screeningsonderzoek (zoals een mammografie).

U moet hiermee zeer voorzichtig zijn.
Dit kan een risico inhouden voor uw gezondheid.
Indien dit onderzoek niet aangewezen is in uw situatie, dan is het niet raadzaam om het te ondergaan. Het risico voor uw gezondheid zal groter zijn dan het voordeel dat u eruit kan halen.
De CT-scan van het volledige lichaam is bovendien niet erkend als opsporingsonderzoek in de internationale aanbevelingen. Dit onderzoek houdt een hoge stralingsdosis in en kan op lange termijn tot kanker leiden.
Het is zeer waarschijnlijk dat het enige doel van dit ronselen via internet commercieel van aard is. De gevraagde prijs voor het onderzoek zou wel eens bijzonder hoog kunnen zijn en zal niet worden terugbetaald door de sociale zekerheid. Dit in tegenstelling tot een onderzoek langs de normale weg, waarbij u eerst bij uw arts langsgaat die u enkel in bepaalde gevallen een CT-scan zal voorschrijven.
Deze praktijken zijn daarenboven illegaal en wij vragen u dan ook dat wanneer u dit soort advertenties tegenkomt om ons hiervan op de hoogte te brengen.

CT is de afkorting van Computertomografie. Deze techniek wordt in de volksmond vaak ‘scanner’ genoemd. CT gebruikt röntgenstralen om dwarsdoorsneden van het inwendige lichaam te maken. De stralingsdosis die u hierbij als patiënt ontvangt is hoger dan bij een gewone radiografie.

De afkorting CAT staat voor Computed Axial Tomography. Dit is hetzelfde als Computertomografie (CT).

Het risico op nadelige effecten door ioniserende straling is voor ongeboren kinderen veel groter dan voor volwassenen, zeker tijdens de eerste maanden van de zwangerschap. Bent u zwanger of bestaat de kans dat u zwanger bent, bespreek dit dan vóór uw onderzoek met uw arts of de medisch beeldvormer. In dat geval zal uw arts nagaan welk risico u loopt en of er andere mogelijkheden bestaan die minder of zelfs geen ioniserende straling gebruiken. Als de arts oordeelt dat de voordelen zwaarder doorwegen dan de nadelen en het onderzoek niet kan worden uitgesteld, dan zal hij alle nodige beschermingsmaatregelen nemen om het risico zoveel mogelijk te beperken.

Ja. Ioniserende straling vinden we overal om ons heen. Zo is er de natuurlijke achtergrondstraling vanuit de ruimte, vanuit de atmosfeer en vanuit de bodem. De hoeveelheid achtergrondstraling is niet overal gelijk. Op sommige plaatsen komen in de bodem meer radioactieve elementen voor dan op andere plaatsen. Ook is er meer achtergrondstraling op grote hoogte omdat daar de blootstelling aan de kosmische straling groter is.

Er is geen algemeen toepasbare techniek. Wat voor de ene aandoening een goede beeldvormingstechniek is, is dat niet altijd voor de andere. Elke techniek heeft zijn sterke en zwakke punten.

Ja. Echografie is veilig. Daarom is deze techniek zeer geschikt om de verschillende stadia van de zwangerschap op te volgen. Maar ook echografie heeft zijn beperkingen en kan dus niet alle aandoeningen in beeld brengen.

MRI staat voor Magnetic Resonance Imaging. Bij deze techniek maakt men gebruik van een sterk magnetisch veld en radiogolven om van het inwendige lichaam beelden te maken. Bij MRI wordt geen gebruik gemaakt van ioniserende straling.

Met deze techniek werden tot nu toe geen neveneffecten op lange termijn vastgesteld. Tijdens een MRI- onderzoek kan de patiënt tijdelijk wel een oppervlakkige opwarming voelen. Bij MRI moeten metalen voorwerpen op het lichaam verwijderd worden. Metalen voorwerpen in het lichaam zoals pacemakers, vaatclips, prothesen, neurostimulatoren, insulinepompen, metaaldeeltjes in het oog, kunsthartkleppen, cochleaire implantaten, enz... kunnen bij een MRI-onderzoek gevaarlijk zijn. Of in zo’n gevallen een MRI- onderzoek kan doorgaan, hangt af van het type materiaal en de sterkte van het magnetisch veld. Bespreek dit dan ook steeds met uw arts.